Ga naar de inhoud
Area54 » Council Bluffs Ufo Materiaalanalyse

Wetenschappelijke analyse ufo-materiaal gepubliceerd

Voor het eerst wordt een studie van materialen die van een ufo afkomstig zijn in een vooraanstaand academisch tijdschrift gepubliceerd. De primeur is voor Progress in Aerospace Sciences, een internationaal magazine met een strenge “peer review” van de inhoud. In de paper wordt de analyse van brokstukken, verzameld bij een ufo-incident in 1977, toegelicht. Met deze publicatie lijkt het taboe rond het ufo-fenomeen ook in academische kringen stilletjesaan te worden opgeheven.

De wetenschappelijke publicatie rond deze zogenaamde “metamaterialen” is sinds kort online beschikbaar onder de titel “Verbeterde instrumentele technieken, met inbegrip van isotopenanalyse, die kunnen worden toegepast op de karakterisering van ongebruikelijke materialen met mogelijke relevantie voor forensische lucht- en ruimtevaarttechnieken“.

Deze baanbrekende studie werd geschreven door éminence grise onder de ufo-wetenschappers Jacques Vallée en professor biomedische wetenschappen Garry Nolan van de Stanford University. Nolan doet onder andere onderzoek naar de hersenen van mensen die beweren met ufo’s in contact te zijn geweest. Ook Harvard-viroloog Sizun Yiang en ruimtevaartwetenschapper Larry G. Lemke droegen bij aan het onderzoek.

In het eerste deel van de paper geven de auteurs een overzicht van technieken en technologie die kunnen worden toegepast op de analyse van “onbekende” materialen. Zij suggereren dat de zeer gevoelige meetmethodes die in Silicon Valley werden ontwikkeld voor biomedisch onderzoek ook op niet-biologische materialen kunnen worden toegepast. Vervolgens worden de praktische ervaringen met het toepassen van deze innovatieve technieken op vaste materialen beschreven. Het derde deel is een laboratoriumanalyse van brokstukken die werden verzameld tijdens een ufo-waarneming in 1977. Tot slot worden “speculatieve conclusies” getrokken en wordt beschreven hoe de gebruikte wetenschappelijke methodes in de toekomst kunnnen worden toegepast voor de reverse engineering van complexe, esoterische materialen en forensisch onderzoek van de lucht- en ruimtevaart.

Het stadje Council Bluffs in de Amerikaanse staat Iowa in de jaren 1970

Het Council Bluffs ufo-incident in 1977

Voor ons is het derde deel van de publicatie, met als titel “Onderzoek van onbekend materiaal dat in het veld is verzameld: een casestudy”, het meest interessante. Hierin wordt een ufo-incident beschreven dat op de avond van 17 december 1977 plaatsvond in Council Bluffs, Iowa. Toen “werd een rode, lichtgevende massa, die op aarde neerviel in de buurt van de noordelijke stadsgrenzen, waargenomen door twee inwoners.” De getuigen die ter plaatse een kijkje gingen nemen, troffen een gebied aan “bedekt met gesmolten metaal dat rood-oranje gloeide en het gras in brand stak”. Binnen het kwartier waren ook de politie en de brandweer ter plaatse, die de massa van het materiaal schatten op 35 tot 55 pond (zo’n 15 tot 25 kilogram). Twee van de elf getuigen beschreven ook een rond object, omrand door rode knipperende lichten, dat boven de vindplaats zweefde.

Meteen na het incident werd een onderzoek ingesteld dat vier pistes onderzocht: puin uit de ruimte, iets dat van een vliegtuig was gevallen, de inslag van een meteoriet en een grap. Voor geen enkele van deze mogelijke verklaringen was er voldoende bewijs. Men besloot dan ook dat het om materiaal ging waarvan de oorsprong een raadsel was.


Ufo-materiaal van buitenaardse oorsprong?

Het zijn originele brokstukken van dit mysterieuze materiaal (zie foto) die door Jacques Vallée en zijn collega-wetenschappers werden bestudeerd. Het bestaat uit drie elementen: massief metaal, smetlslakken en witte as die in de slakken is ingebed. De eerste metingen toonden aan dat het materiaal bestaat uit “componenten van aardse oorsprong”. Fijnere metingen, met een instrument dat meer isotopen in kaart kan brengen, bevestigden deze conclusie, behalve voor een monster met de code 57Fe. De afwijking op dit monster kon echter conventioneel worden verklaard. Er kon dus niet worden aangetoond dat het materiaal uit isotepen van buitenaardse oorsprong is samengesteld.

De auteurs vermelden voorts dat hun ervaring met deze case study aantoont “hoe moeilijk een dergelijke evaluatie kan zijn, zelfs wanneer binnen enkele minuten na een gebeurtenis overvloedig bewijsmateriaal wordt verzameld, ondersteund door betrouwbare getuigenverklaringen van meerdere getuigen en onder welomschreven meteorologische omstandigheden.”

Wat deze publicatie wel bewijst, is dat het taboe op wetenschappelijk onderzoek rond het alle factetten van het ufo-fenomeen stilletjesaan wordt opgegeven in academische kringen. En er is nog meer goed nieuws, want ook andere monsters van metamaterialen die bij ufo-crashes werden gevonden, worden momenteel door het onderzoeksteam bestudeerd.

– Laatste update: 09/12/2021 –

Deze website maakt gebruik van cookies. Door deze site te bezoeken, aanvaard je onze cookies en privacy voorwaarden.  Meer weten